Ma chère disparue

(Foto: archief fam. Spruch)

De gauche à droite Melle Flament, Madame Soetens et Madeleine Duguet au parc Josephat à Bruxelles en 1936.

Zo staat het op de achterkant van de foto, in het handschrift van Madeleine Duguet. Duguet is 27, Jeanne Flament 64 en haar zus, de sopraanzangeres Maria Soetens-Flament, 78. Jeanne Flament staat op 2 jaar van haar pensioen aan het Conservatorium in Brussel.

Duguet woonde dan nog in Brussel, in de Paleisstraat, waarschijnlijk bij haar ouders. In het conservatorium in Brussel had ze zangles gevolgd bij Jeanne Flament, die haar "une voix comme du Bon Dieu" zou toegedicht hebben (zo schrijft Duguet toch in haar memoires). Met Flament groeit een vriendschap die Madeleine Duguet in 1939 zal doen besluiten om van Brussel naar Antwerpen te verhuizen, om te zorgen voor haar zieke “petite maman” en voor haar zuster.

De ziekte en uiteindelijk het overlijden van Jeanne Flament in januari 1956 doen Duguet in een diepe crisis belanden, die ze maar te boven komt dankzij de niet aflatende pogingen van haar jonge leerling Maurice Spruch. Het wordt het begin van een nieuwe creatieve periode, waarin ze zich ook ontfermt over jonge Belgische en buitenlandse kunstenaars, waaronder Gaby Peeters, René Atlass, José Tairhumène, de gebroeders Edelstein, de Algerijns/Franse schrijfster Jeanne Benguigui,... Uit die groep zal uiteindelijk in 1958/1959 de Pléiade des Jeunes ontstaan, "sous le signe de l’art, de l’amitié; poètes, peintres, musiciens devaient s’y rencontrer sans qu’il soit fait état de race, d’opinion, de langue ou tendance artistique".

Toch blijft de afwezigheid van haar vriendin, Jeanne Flament, een schaduw werpen op haar leven. Het graf op het Schoonselhof waarvoor Duguet het monument ontwierp (la tombe de ma chère disparue) is een regelmatig toevluchtsoord, "le seul endroit où je peux vraiment trouver la paix". De gezusters Flament rusten er samen nadat Maria Soetens (overleden in 1942) herbegraven werd, daar heeft Duguet voor gezorgd. Al ging dat niet zonder slag of stoot (maar dat is een ander verhaal).

(Foto's: archief fam. Spruch)

Op 1 mei 1965 willen Maurice Spruch en Jeanne Benguigui haar vergezellen naar het Schoonselhof. Ze willen zich laten fotograferen bij het graf van Jeanne Flament, waarvoor Duguet het grafmonument ontwierp. Na enige aarzeling omwille van hun intenties stemt ze toe, maar met tegenzin. "Il me semble que leur présence profane ce lieu, mais ils sont animés d'une bonne mine. Tout de même j'aurais préféré être seule."

Als Duguet in 1967 een zware medische ingreep moet ondergaan, vreest ze dat ze de operatie niet zal overleven. Haar vurige wens om op het Schoonselhof begraven te worden in hetzelfde graf als de gezusters Flament, wordt door het schepencollege echter niet toegestaan.

Op 22 december 1974 overlijdt Duguet, en ze wordt begraven op het Schoonselhof, maar een heel eind verwijderd van haar vriendin. Aangezien ze op de gewone lijn werd begraven, is haar graf na 10 jaar geruimd. Het graf van de gezusters Flament staat er echter nog altijd, en via dat grafmonument heeft ook Duguet er een blijvende herinnering.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Qu'est-ce que... La Pléiade des Jeunes?

Jeanne Benguigui, ma petite hirondelle algérienne

Deux amis, ofte: muziek en poëzie